Natuurpeuters 19 mei 2017
- Anna Vehof-Den Held
- 20 mei 2017
- 3 minuten om te lezen
Omdat kinderen van voorspelbaarheid houden, beginnen we iedere natuurpeuter-les met hetzelfde rondje over de Ulebelt. Zo wennen de kinderen snel aan "hoe-het-gaat-bij-natuurpeuters. Ze weten de volgende keer wat het volgende station is en dus waar we even op elkaar wachten. Heel voorspelbaar en makkelijk voor ons ;-)
Op pad!
Zo ook deze tweede natuurpeuters op 19 mei. We gaan eerst over de ontdekheuvel; langs de trap of paadjes, dat mogen de kinderen zelf weten. We houden halt bij de steentjes om te kijken wat we daar kunnen vinden (slakken, misschien wel kikkertjes!) en bekijken de stenen. We hebben een eierdoosmuseum voor ze gemaakt, die ze kunnen vullen met allerlei mooie en kleurige dingen. Ook beestjes mogen er in. Ze mogen van ons 1 bloem plukken, de rest moet lekker blijven staan voor andere mensen om naar te kijken en de bijtjes om honing mee te maken.

Best fris vandaag

Het is best fris en sommige natuurpeuters hebben het een beetje koud. We gaan dus weer in beweging. We maken een paar spannende rondjes in de buurt van de composthopen. Daar heb je een klein stenen platformpje van 1 meter hoog, waar de peuters op kunnen klimmen. Aan de andere kant zijn er traptreden naar beneden. Je kunt vervolgens langs kleine paadjes weer terug naar het hoofdpad. Spannend, want je kunt een beetje "verdwalen" en toch weet je waar iedereen is en weet iedereen waar jij bent. De perfecte mix van spanning en toch veilig.
We doen flink wat rondjes, ook langs brandnetels en rozenstruiken. Opletten geblazen dus! Dan komen we bij de kikkerkuil (hier vangen we wel eens een kikker.) Daar groeit smalle weegbree, een natuurlijk medicijn tegen brandnetelblaasjes. We oefenen vast voor als we een keer geprikt worden: goed de het blad tussen je vingers wrijven zodat het sap er uit komt en dan op de blaasjes smeren.
Dan gaan we nog even flink rennen, maar uit een handen-voel-test blijkt dat er nog een paar kindjes zijn met koude handen. Tijd om de papa“s en mama“s op te zoeken en wat te gaan eten en drinken. Daar gaan ze al, rennend natuurlijk.
Fruit en slakken, slakken en fruit
Genietend van onze stukken fruit, zien we een slak ontsnappen. Zoals slak eigen is, gaat het niet hard, maar wel zelfverzekerd. De vraag ontstaat of de slak meloen lust. Deze slak niet. Hij+zij lust ook geen banaan of appel. EƩn van de vaders oppert een verklaring: de slak heeft geen honger. Dat kan natuurlijk. Of misschien is het stress...
Lekker vrij spelen in de Takkenbende

Wij hebben ons fruit in ieder geval op en gaan lekker spelen in de speeltuin! De kwasten, buizen, bakjes, kookpit en sponzen worden weer lustig gebruikt om mooie dingen mee te maken en te koken. De tijd vliegt voorbij.
Gesprekjes met ouders
Terwijl de peuters spelen, hebben we tijd om te kletsen met de grote mensen. De revue passeren onderwerpen als opvoedkundige dilemma's. Wat bij de 1 mag, mag bij een ander misschien niet, zoals slakken pakken (bij natuurpeuters wel, thuis liever niet). Wat mij betreft is dat goed aan kinderen uit te leggen dat je bijvoorbeeld bij sommige mensen wel over de bank mag rennen en bij anderen niet. Ieder huis/gezin heeft zijn eigen regels. Gewoon even vragen (of uitproberen). Dat neemt het veel onzekerheid weg, bij zowel de kinderen als bij volwassenen.
Een ander lastig punt wat ter sprake komt: hoe ga je om met gevaarlijke activiteiten van je kind. Hoog in de boom klimmen, van een hoogte afspringen, de glijbaan omhoog lopen. Onderzoek van Peter Gray (bron) leert ons: laat kinderen hun grenzen verkennen. Zo leren ze angsten controleren, hun impulsen en emoties reguleren en natuurlijk hun lichaam besturen, ook als ze bang zijn.
Barbara en ik komen in een kort eindgesprekje tot de conclusie: laat je kind zijn grenzen verkennen door aanvaardbare risico's te laten nemen. Zodra ze een jaar of 9 Ć” 10 zijn gaan ze er toch echt alleen op uit en dan kunnen ze maar beter weten dat en hoe ze op zichzelf moeten passen! Als ze dan nog over risico's moeten leren....
ć³ć”ć³ć